No English Version |
|
|
Wij verlieten Neuenhaus in den achtermiddag, om nog denzelfden dag Ulzen te bezoeken, dat slechts een uur van de eerstgemelde stad verwijderd is. Het is een stadje van die soort, als er in Noord-Braband en Twenthe zo velen zijn; een groot dorp, met een paar kruisstraten en de huizen onmiddelijk aan elkander gebouwd. De omstreken verdienen een oplettend oog en een hart, dat open is voor fraaije natuurtooneelen. De menigvuldige heuvelen, die `t dorp van alle zijden insluiten, bieden een verrukkend gezegt over den omtrek tot vele uren in de verte. Afwisseling van allerlei kleuren, golvende korenakkers, sneeuwwitte boekweitvelden, weidelanden, bosschen, uit vele houtsoorten maar vooral, uit eerwaardige eiken, dat eigenaardige van Germanie sombere heide en blinkende zandvlakten, hier en daar een kerktoren tusschen dat alles de zachtkabbelende, in ontelbare bogten kronkelende Vecht, dat levert een panorama op, īt welk niet behoeft onder te doen voor de behoorlijkheden van Arnhems omstreken, de faaije gezigten der boschrijke Veluwe en īt lagchende Sticht.
īt Dorp zelf biedt weinig opmerkelijks aan, of īt mogt de geschiedkundige herinnering wezen, dat Ulzen de geboorteplaats is van den ijverigen predikant HASENHARTH, de naam en de inborst des mans hebben niet de minste analogie, die uit de tijden der kerkhervorming bekend is, alsmede van den beroemden zeereiziger Joan NIEUHOFF. Eene ware uitheemsche plant is in deze oorden der onbeschaafdheid eene zeer goede kostschool voor knapen, die, ofschoon nog in haren ontluikenden bloesemtijd, reeds eenige bekendheid ook in ons vaderland heeft verworven. Men zegt dat zelfs Amsterdammerīs huune lievelingen naar Ulzens leerschool zenden. Hoe zullen deze knapen te moede zijn als ze uit de kalverstraat eensklaps in īt hannoversche bergstadje overgeplaatst worden! In īt najaar wordt hier eene groote jaarmarkt gehouden, die zeer druk bezocht is en waar menig jong boerinnetje, dat door de galanterien van den hannoverschen LOVELAGE bepaart wird een kansjen in de huwelijksloterij te wagen, zich maar eens deftigjes en netjes van top tot teen in īt huishouden heeft gestoken. Vooral ook is deze jaarmarkt berucht door den wedren der wagens op de terugreis, waarbij niet zelden de magerste paarden aan īt hollen geraken. Bij een hier woonachtigen smid vindt men ook nog een put, die īt zelfde water voorbrengt, als dat der bron te Bentheim.
Had men in Ulzen slechts een enkel grein van den speculatiegeest, die aan de zijde van īt Kanaal zoo vele reuzenwerken tot stand brengt, dan zou Bentheim eerlang in dit kleine plaatsjen eene geweldige mededingster bekomen. Eer zit bitter weinig zucht tot vooruitgang in de hersenskast van den hannoverschen beneden-graafschapper.
De kerk der Hervormden is ruim en helder, en voorzien van een orgel; de muzijkale geest, die hier op den zelfkant van īt zangerige Duitschland nog gevonden wordt, heeft deze instrumenten tot een noodzakelijk meubel in de gebouwen der Godsdienst gemaakt. Immers, wij herinnen ons in Hannover geen kerk, hoe klein ook, gezien te hebben, waar wij geen orgel aantroffen. In de kerk te Ulzen hangen ook eenige sierlijke kroonen, dat eerwaardig overblijfsel van een eerwaardigen tijd, waarvoor wij Nederlanders, te weinig eerbied koesteren; blijkens de opschriften, werden ze der kerk geschonkendoor den Jonkheer VAN DOMPSELAAR voorheen Overste in Nederlandsche dienst.
Wij vervolgden onze reis te voet over eene eenzame heide, langs een lijnregten weg. De schepping is hier uitgestorven. Ter naauwernood ontluikt er voor den voet des wandelaars een enkel nederig heidebloempje; zelden hoort gij hier eenig geluid, dan een afgedwaalden raaf, īt getjilp eener grasmusch, die hij uwe nadering schichtig īt nest verlaat of īt eentoonig geschreeuw van een ontelbaar aantal kieviten, die hier hunne verzamelplaats hebben, om bij í naderen van īt ongure weder, naar warmer streken te verhuizen. Eenmaal in īt jaar slechts vertoonen zich hier sporen van menschelijk leven; īt is de dag, waarop de Ulzer kermis gehouden wordt. Dan is deze weg bezaaid met wagens, ruiters en voetgangers, die van alle kanten naar de beroemde jaarmarkt stroomen, en ter veraangenaming van dezen eenzelvigen togt hunne vreugde in luide gezangen lucht geven. Dan schateren de gehuifde boerenwagens van scherts en jokkernij, en zoo ze klappen dan is īt niet zelden, van minneknepen en galanterien. Aan īt einde van dezen weg sluit het oog op de groene dennen, die īt huis Echteler omheinen....
|
|
Erstellt: 04.12.2000, letzte Änderung: 10.07.2005
|